Over kleur bekennen en waarom we dat liever niet doen
Gisteravond keek ik de documentaire van Sunny Bergmans “Wit is ook een kleur”.
Ik ben nooit zo bezig geweest met mijn eigen huidskleur. Behalve dan die momenten dat ik op het strand lig, samen met mijn gezin. Manlief donkerbruin gekleurd, kinderen in no time ook donkerbruin. En ik bijna lichtgevend, zo wit steek ik ernaast af.
Anders dan dat ben ik mij niet zo bewust van mijn witte huidskleur. Ik ben een blanke vrouw, ik hoef dat eigenlijk nooit te benoemen, laat staan uit te leggen.
Sinds iemand mij daarop wees, die zei: “Ruth, jij houd je bezig met diversiteit en inclusie, maar je noemt jezelf nog blank. Terwijl het toch veel gelijkwaardiger is om te zeggen dat je wit bent? Als we het hebben over ‘gekleurde’ mensen, zwarte mensen, bruine mensen, dan zijn blanken toch wit?”
Ik schrok om heel eerlijk te zijn! Ik voelde me aangesproken op iets waar ik me nog helemaal niet bewust van was. Gek genoeg wist ik wel dat dit thema speelt in diversiteitsland, maar ik had het nog helemaal niet op mezelf toegepast. Ik bleef mezelf – totaal onbewust en uit puur automatisme – blank noemen.
Ik vroeg het aan mijn man: “Wat vind jij, ben ik wit of blank?”. “Tja”, zegt hij “als ik bruin ben dan ben jij inderdaad wit. Niet blank.”
Blank is geen kleur. Blank staat voor neutraal, blanco, schoon blad, smetteloos. Maar wie van de blanke mensen is precies dat? Inderdaad niemand! Ook niet neutraal, dat is onmogelijk.
Kleurenblind! Of toch niet …
Onze hersenen zijn simpelweg zo ingesteld dat we altijd een oordeel vormen, positief en negatief, in een paar seconden tijd. In de documentaire deed Sunny een proef met kinderen en babypoppen: een witte en een zwarte. Het merendeel van de kinderen wees de witte pop aan als de slimste en de zwarte pop als degene die het vaakst straf krijgt. In Amerika is een soortgelijk experiment geweest met dezelfde resultaten:
Schokkend, vonden ook de ouders van de kinderen in Sunny Bergman’s documentaire. Want, zo zeiden ze, we voeden onze kinderen kleurenblind op, dus hoe kunnen ze dit dan nu zo direct en zonder al teveel nadenken zeggen?
Ik denk dat juist ons streven naar kleurenblindheid maakt dat we denken de verschillen niet te zien. Gelijkheid is in Nederland een groot goed. Maar we zijn niet gelijk, niet hetzelfde. We zijn allemaal anders. Dat laat onze huidskleur direct al zien.
Door het er niet over te hebben, drukken we iets weg wat we wel zien, maar niet bespreken en dus geven we er onze eigen invulling – onze eigen labels – aan en doen we aannames. Het is als een bal die we onder water houden. Zodra we deze bal echter loslaten, dan knalt hij keihard naar boven. Nou zeg, zeggen we dan, die bal was toch niet te zien? Die hadden we zo goed onder water gehouden.
Kleur bekennen
Wat zou er gebeuren als we kleur durven te bekennen? Als we met elkaar toegeven dat we wel degelijk zien dat er een verschil is tussen zwart en wit? Als we het grijze gebied daartussen met elkaar durven op te zoeken? Het gebied waar zich meerdere perspectieven, meerdere waarheden bevinden? Waar geen of-of is maar en-en?
Ik zeg DURVEN. Want er is moed voor nodig om kleur te bekennen. Het voelt ongemakkelijk en onwennig. Als iets wat indruist tegen het Nederlandse streven naar gelijkheid. Maar ik geloof oprecht dat wanneer we verschillen durven te benoemen, daarover in gesprek durven gaan MET elkaar, in plaats van over elkaar, dat we dan in staat zullen zijn steeds beter met elkaar SAMEN te leven en te werken. Te bouwen aan een inclusieve samenleving.
Sinds een tijdje probeer ik het dus uit, mezelf wit te noemen. Blanke mensen wit te noemen. Het levert vooralsnog vooral vragende blikken en verbaasde opmerkingen op.
“Waarom zeg je wit? Je bent toch blank?” Vraagt men dan. Tot nu toe voelt het nog alsof ik een jas aandoe die nog niet helemaal lekker zit. Die nog ingedragen moet worden.
Maar waarom voelt dat dan zo ongemakkelijk, om te zeggen dat ik wit ben, in plaats van blank? Hieronder 3 redenen waarom het voor mij ongemakkelijk voelt en waarom ik het toch doe!
1. Ik ben het niet gewend
Ik ben opgegroeid met het idee dat ik blank ben. Opeens nu switchen naar wit voelt onwennig. Net als dat ik een aardappel anders schil dan ik gewend ben, of mijn armen andersom over elkaar doe. Het heeft te maken met het feit dat verandering niet vanzelf gaat, maar ongemak met zich meebrengt. Als mensen blijven we daar instinctief liever bij weg en doen we graag wat we altijd al deden. We blijven liever bij het oude vertrouwde.
Als ik om me heen kijk, naar onze samenleving, dan is de hele samenleving echter in verandering. Of we dat nu leuk vinden of niet.
En we hebben eigenlijk maar 2 keuzes: in onze comfort zone blijven en hopen dat de storm wel weer overwaait. Of mee-veranderen en dus uit onze comfort zone komen. Dat voelt ongemakkelijk, daar is moed en lef voor nodig, en doorzettingsvermogen. En dat is dus op de korte termijn de minder aantrekkelijke keuze. Op de lange termijn echter zal je merken dat verandering niet slecht is, maar dat het ook nieuwe ervaringen, nieuwe ontmoetingen, nieuwe vriendschappen en relaties met zich meebrengt. Allemaal zaken die je niet ontdekt in je eigen comfort zone.
2. Het gaat nu opeens over mij
Diversiteit en inclusie gaat tot nog toe eigenlijk vooral over ‘die ander’. In organisaties en in de samenleving gaat het over de integratie van ‘die ander’, het helpen van ‘die ander’, kansen voor ‘die ander’, quota voor ‘die ander’, subsidies voor ‘die ander’.
Sunny’s vraag: “Zijn witte mensen goed geïntegreerd in Nederland?” lijkt in eerste instantie een onzinnge vraag! Want wij hoeven toch niet te integreren? Maar het gaat precies hierom: diversiteit en inclusie gaat ons allemaal aan. Het is niet alleen aan ‘die ander’ om te integreren, om zijn of haar stinkende best te doen erbij te mogen horen. Het is ook aan ons witte mensen om een stap te zetten in de richting van ‘die ander’. Door onze blik te verruimen, mee te gaan met de veranderingen om ons heen. Om ‘die ander’ te ontmoeten’. Om ook te integreren in het nieuwe Nederland. Met elkaar!
Dus diversiteit gaat ook over mij. Over wie ik ben, waar ik vandaan kom en hoe ik me van daaruit verhoud tot ‘die ander’.
Mooi geschreven Ruth! Echt iets om over na te denken.
Wat een prachtige website Ruth! Dank je om onszelf bespreekbaar te maken en niet te negeren wat we zien. We hebben allemaal een kleur en dat is juist mooi! Het is onzinnig om in dat koloniale verleden te blijven hangen met verouderde censuur. We zijn op weg naar een all-inclusieve globale wereld, waarin iedereen gewaardeerd wordt! Veel success met je onderneming!
Mooi en goed verhaal. Maakt mij bewust wie ik ben geboren en getogen Rotterdammer die gelooft in het goede van elk mens en geniet van de verschillen die culturen hebben. Maar ook werkt aan bruggen en jouw verhaal maakt me bewust van iets wat ik wel voelde in het gesprek of dialoog in mijn stad. Dank je wel.